Waarom je enthousiasme uitstelgedrag in de hand werkt
Meer sporten, gezonder eten, eindelijk die cursus timemanagement volgen om georganiseerder te kunnen werken en leven ... Voornemens geven een goed gevoel, want je gaat eindelijk een paar aspecten van je leven verbeteren. Omdat je voelt dat het nodig is.
Dus trek je in je nieuwste sportoutfit je loopschoenen aan voor een paar kilometertjes joggen. En de dag daarna ook en een week later ook. Of start je gemotiveerd met die onlinecursus timemanagement. Of ga je in de keuken aan de slag met het nieuwste boek van Pascale Naessens. Wat gaat dat goed! Maar dan – plots – val je stil. Letterlijk. En trap je in de valkuil die enthousiasme heet.
Ik hoor de vraagtekens in je hoofd: hoezo, kan je enthousiasme je goede voornemens een kopje kleiner maken? Ja, dat kan. Ik leg het uit in deze blog.
Je legt de lat veel te hoog
De uitleg is eigenlijk heel eenvoudig. Goede voornemens vallen vaak in het water omdat je van in het begin de lat veel te hoog legt. Met andere woorden: je bent te enthousiast. Elke dag – uit het niets – vijf kilometer lopen is niet haalbaar, net zoals je ook niet van de eerste dag van je cursus timemanagement een kampioen bent in planning en efficiëntie.
Als je zulke torenhoge verwachtingen hebt, maak je van die goede gewoonte een uitdaging. En negen van de tien keer raak je niet aan die hoge lat, waardoor je het gevoel hebt dat je faalt. Gevolg? Na je beginnersenthousiasme en bijbehorende adrenalinerush zie je er al gauw als een berg tegen op. En steekt onvervalst uitstelgedrag de kop op.
Maak van je voornemen géén uitdaging
Onze goede voornemens laten we te vaak overschaduwen door een alles-of-nietsmentaliteit. Kortom: we willen te veel te snel. En die attitude moeten we van ons afschudden, volgens gewoonte- expert en auteur van het boek Atomic Habits (Elementaire Gewoontes) James Clear: “Een nieuwe goede gewoonte mag niet aanvoelen als een uitdaging. Toch niet in het begin. De acties die je op een later moment uitvoert, kunnen dan misschien uitdagend voelen, de eerste twee minuten moeten altijd van een leien dakje gaan.”
Alleen dankzij die tweeminutenregel van James Clear (niet te verwarren met de tweeminutenregel van David Allen) neem je de weerstand bij jezelf weg en voorkom je dat gevreesde uitstelgedrag.
Uitstelgedrag afleren = doelen reduceren
Laat je dus niet leiden door alleen enthousiasme en motivatie, want die maken dat je de lat te hoog legt. Nee, zet kleine ministapjes. Maar dan écht mini.
Wil je voor het eerst gaan joggen? Ga dan niet meteen vijf kilometer lopen, want dat lukt toch niet. Begin al gewoon met je sportoutfit aan te trekken, en plof daarna weer lekker in de zetel.De volgende keer loop je een paar honderd meter. En zo bouw je stilaan op.
Nog een ander voorbeeld: lees elke dag maar één pagina van dat boek over timemanagement en geen drie hoofdstukken. Reduceer de uitvoering van je voornemen dus naar de kleinst mogelijke stap. Naar maximaal twee minuten.
Alleen zo zul je het volhouden. Niet omdat je afhankelijk bent van motivatie, maar omdat je nieuwe gewoontes deel zijn gaan uitmaken van wie je bent. En omdat het te eenvoudig is om het niet te doen.
Veel succes!
Heb je toch meer hulp nodig om dat uitstelgedrag af te leren? Plan dan hier een gratis en vrijblijvend kennismakingsgesprek in. Ik help je met plezier!